Haagse Motor Club

Haagse Motor Club - Follow-Up

Motorrijden met een groep: het 'Follow-Up' systeem

Er is een vaste voorrijder en een vaste achterrijder en die blijven de hele rit op hun 'positie'. Iedereen rijdt tussen deze twee personen in, allemaal achter elkaar. Bij kruisingen, splitsingen en andere (mogelijk) onduidelijke situaties wijst de voorrijder een plek aan. De motorrijder die achter de voorrijder rijdt moet op deze plek stil gaan staan (in de richting van de route) en functioneert zo als 'wegwijzer'. (marker)

  • De wegwijzer blijft staan totdat de achterrijder langskomt en sluit dan weer achter in de groep aan (maar wel voor de achterrijder).
  • De wegwijzer wordt op een specifiek punt neergezet. Hou als wegwijzer echter wel rekening met je eigen veiligheid. Ga dus niet midden op de weg stilstaan. In stedelijke gebieden wil een fietspad of stoep wel eens uitkomst bieden.
  • De wegwijzer krijgt bij kruispunten/splitsingen e.d. altijd een plek na de genomen kruising en in de richting van de te volgen route, zodat het vervolg van de route duidelijk is zonder een gebarende wegwijzer. Zorg daarbij dat je voor de aankomende rijders op tijd zichtbaar bent zodat zij hun afslag niet missen.
  • De wegwijzer blijft te allen tijde staan totdat de achterrijder langskomt (ook al sta je een half uur te wachten).

Aanvullende punten voor de achter- en voorrijder:
  • De voor- en achterrijder zijn als zodanig van een afstand te herkennen zijn (fluor vest).
  • De voorrijder moet niet van de route afwijken (hij rijdt de route uit zijn hoofd, of mbv een navi).
  • De voorrijder moet de groep achter hem erg goed in de gaten houden om te controleren of hij niet te snel rijdt.
  • De achterrijder moet de route kennen en ook volledig uitrijden.
  • De achterrijder moet te allen tijde achterrijder blijven en niet bij een gestrand iemand gaan staan wachten/kijken/prutsen. Bij voldoende vrijwilligers kan er naast de achterrijder een tweede rijder hiervoor mee rijden.
  • De voorrijder heeft de route de dag ervoor nog een keer gereden zodat hij op de dag zelf niet verrast wordt door een wegafzetting.
  • Achter- en voorrijder(s) hebben natuurlijk een mobiele telefoon bij zich.
  • Zijn er genoeg vrijwilligers (en een tamelijk grote groep): neem dan twee voor- en achterrijders.

Aanvullende punten voor de deelnemers:
  • Rijd nooit harder dan je zelf aandurft/aankan!
  • Dit systeem geeft eenieder de gelegenheid zijn eigen tempo te rijden.
  • Wie wat sneller kan/wil dan anderen kan, uiteraard veilig, inhalen en wat vaker follow-up gaan staan dan diegenen die dat niet kunnen/willen.
  • Uit veiligheidsoverwegingen rijdt men zoveel mogelijk achter elkaar/in baksteen-formatie (zeker niet naast elkaar).
  • Voor aanvang van de tocht zullen, voor zover mogelijk, deze punten herhaald worden en duidelijk gemaakt worden wie de voorrijder(s) en achterrijder(s) zijn.
  • Voordeel van het systeem is dat je dus altijd weer bij het eindpunt uitkomt en je dus ook niet bang hoeft te zijn om de groep kwijt te raken.
  • Iedereen moet in de gaten houden wie er achter haar/hem rijdt: volgt degene die achter je rijdt niet meer, dan wordt jij een wegwijzer.

Gastrijders in het follow-up systeem:
Degene die de gastrijder heeft geïntroduceerd zal samen met de gastrijder moeten rijden en ook samen met hem op de bepaalde plaats moeten posten en tevens een zodanige plaats innemen dat men de sluitmotorrijder vroegtijdig kan zien aankomen en zodanig de deelnemers in de juiste rijrichting kan dirigeren.

(Met dank aan Gerrit Speek)