Haagse Motor Club - Toerreglement
Om jouw veiligheid, die van je vrienden en van de overige weggebruikers zoveel mogelijk te waarborgen heeft de Haagse Motor Club een toerreglement vastgesteld.Deelname aan een clubrit geschiedt onder eigen risico en onder eigen verantwoordelijkheid. Iedereen dient zich te allen tijde te houden aan de verkeers- en gedragsregels. De roadcaptain heeft de leiding van de groep. De roadcaptain zal er op toezien dat alle deelnemers zich houden aan de reglementen. De roadcaptain kan een assistent roadcaptain benoemen.
Een route voor een clubrit is opgemaakt volgens de laatste (digitale) gegevens en zo nodig gecontroleerd. De Haagse Motor Club is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor gewijzigde verkeerssituaties en verschrijvingen, drukfouten of afwijkingen in kaarten of navigatie apparatuur. Het is geen verplichting de route volledig uit te rijden en het staat je vrij om van de route af te wijken. Je kunt dus zelf beslissen of je de route nog wel of niet wil volgen. Wel geldt er een meldingsplicht indien je besluit je eigen weg te gaan.
Deelnemers die zich niet houden aan dit toerreglement kunnen worden uitgesloten van deelname aan de clubrit en zelf als lid van de Haagse Motor Club worden geroyeerd.
1 Onderhoud
Zorg dat de motor in orde is, vooral banden, remmen en stuurinrichting. Neem altijd je boordgereedschap mee en een bandenreparatieset. Zorg dat je bagage goed vast zit. Het is verstandig om beschermende kleding te dragen en een goed passende helm. Uiteraard moet de motor minimaal W.A. verzekerd zijn en moet je in het bezit zijn van een geldig rij- en kentekenbewijs. Vertrek altijd met een volle tank.
2 Rijstijl
De Haagse Motor Club onderscheidt 3 rijstijlen t.w. sportief, toeren, off-road. De organisator van een clubrit zal aangeven voor welke rijstijl de clubrit geschikt is. Is de rit voor iedereen geschikt zal er afhankelijk van het aantal deelnemers groepen met verschillende rijstijlen worden samengesteld. De minst ervaren deelnemers rijden direct achter de roadcaptain. De roadcaptain kan dan het tempo aan deze deelnemers aanpassen waardoor de groep beter bij elkaar blijft. Bovendien is het makkelijk om vooraan in een groep te rijden dan achteraan. Het staat iedereen vrij in een andere groep te gaan rijden. In overleg met de roadcaptain kunnen nieuwe deelnemers tijdens de clubrit van groep wisselen.
Afhankelijk van het aantal, en de rijstijl van de deelnemers zal een grote groep worden opgesplitst in kleinere groepjes. Een ideale groep bestaat uit vijf of zes rijders. De opsplitsing van groepjes worden voorafgaand aan de rit besproken.
3 Positie
Op lange rechte stukken rijden we in baksteenformatie. (zie afbeelding). Bij droog weer en gemiddelde snelheid is de afstand ongeveer een seconde achter de rijder schuin voor je. Als je het gezicht kan zien in de spiegel van de rijder schuin voor je dan is de afstand goed. In baksteenformatie heeft iedereen het best zicht op de weg.
In bochten rij je je eigen lijn. Hou er dus ook rekening mee dat je voorligger voorafgaand aan de bocht een andere positie kan innemen.
De roadcaptain rijdt niet in baksteenformatie. De rijder direct achter de roadcaptain rijdt altijd rechts en geeft de roadcaptain extra ruimte. De roadcaptain is ook vaak de navigator dus geef hem de ruimte en houd voldoende afstand om tijdens het rijden te navigeren. De roadcaptain heeft de leiding van de groep en bepaalt de route ook als deze afwijkt van de voorgenomen route.
Laat geen onnodige gaten vallen, maar trek ook geen onnodige gaten. Een groep met ongeveer gelijke afstanden tussen de motoren is voor het overige verkeer duidelijker te begrijpen. Bij te grote tussenafstanden ziet het overige verkeer ons niet meer als groep. Is het druk op de weg en neemt de snelheid af maak dan de tussenruimte kleiner. Dit voorkomt dat ander verkeer de groep onderbreekt.
4 Harmonica
Belangrijk bij het rijden in groepsverband is om de rijders achter je goed in de gaten te houden. Niet alleen voor je eigen veiligheid maar ook om de groep bij elkaar te houden. De Haagse Motor Club hanteert het harmonica-systeem. Zodra je van richting verandert kijk je in de spiegel. Zie je je achterganger niet zoek dan in het zicht van je achterganger een veilige plek om te stoppen. Je voorganger zal hetzelfde doen waardoor uiteindelijk ook de roadcaptain halt zal houden totdat iedereen weer is aangesloten.
5 Sweeper
Bij grotere groepen (meer dan 5 deelnemers) functioneert de laatste deelnemer van een groep als sweeper. Een sweeper heeft de dezelfde route als de roadcaptain en is het aanspreekpunt van de roadcaptain. Het is de gezamenlijke taak van de sweeper en de roadcaptain om een (grote) groep bij elkaar te houden.
6 Inhalen
De roadcaptain bepaalt of je in de groep mag inhalen. De keuze van de roadcaptain om wel of niet in te halen zal voornamelijk afhangen van de ervaring en de rijstijl van de deelnemers in de groep.
Niet inhalen
Heb je bij vertrek een positie in de groep gekozen dan blijf je daar rijden. Er wordt dus niet onderling ingehaald.
Wel inhalen
Wil je op een andere positie rijden dan gelden de normale verkeersregels om in te halen. Er wordt nimmer rechts ingehaald. Laat je voorganger middels licht of geluidssignalen weten dat je gaat inhalen.
7 Snelheid
Omdat we met gelijke afstanden tussen de motoren rijden wordt de snelheid bepaalt door diegene die voor je rijdt. Immers als deze versnelt of vertraagd ga je mee om de afstand gelijk te houden. Hou er rekening mee dat er dus snelheidsverschillen kunnen optreden maar deze zijn van korte duur. De snelheid van de groep als geheel wordt bepaald door de voorrijder. Uitgangspunt van de voorrijder is een constante snelheid te rijden en zo min mogelijk te remmen. De groep kan de toegestane snelheid overschrijden. We zijn motorrijders en de snelheid van een motor ligt nu eenmaal hoger met alle risico’s van dien.
Als je het gevoel hebt dat je boven je macht rijdt of merkt dat er steeds gaten ontstaan tussen jouw en je voorganger besluit dan om ergens (veilig) te stoppen. De groep komt vanzelf tot stilstand waardoor er een mogelijkheid ontstaat om de roadcaptain aan te geven dat je liever een ander tempo rijdt. De roadcaptain kan dan besluiten de groep op te splitsen, de volgorde van de groep te veranderen, het tempo te wijzigen of je in een andere groep laat deelnemen. Dit gebeurt met regelmaat en is echt geen enkel probleem.
8 Afstand
Houd niet alleen voldoende afstand tot je voorganger maar controleer ook of jouw achterganger voldoende afstand houd. In groepsverband is het houden van onvoldoende afstand de nummer één oorzaak van ongevallen. Geef vooral de roadcaptain voldoende afstand zodat de roadcaptain veilig in een split-second kan besluiten van route te veranderen of de route te corrigeren. Neem afstand in steden en bij onoverzichtelijke verkeerssituaties. Door drukte kun je nu eenmaal minder op je voorganger letten. Hou bij het inhalen van andere weggebruikers voldoende afstand tot je voorganger. Iedereen moet op een veilige manier een inhaalactie moeten kunnen afbreken. Neem extra afstand bij hoog tempo en op bochtige wegen. Instinctief wil je bij hoog tempo gaan kleven omdat dit het rijden gemakkelijker maakt. Haal bij hoog tempo je voorganger niet in, waarschijnlijk houdt je voorganger ook extra afstand. Spreek discreet je achterganger aan als je vindt dat er onvoldoende afstand wordt gehouden. Accepteer dat je zelf ook aangesproken kan worden.
9 Remmen
Rem nooit onnodig en kijk altijd in je spiegels als je gaat remmen. Bedenk dat er motoren op relatief korte afstand achter je rijden.
10 Stilstaan
Bij een stop wordt de groep zo klein mogelijk gemaakt, door naast elkaar stil te staan. Bij het optrekken wordt de oorspronkelijke baksteenformatie en volgorde weer gehanteerd.
11 Stoppen
Moet je om wat voor reden dan ook stoppen geef richting aan en stop op een veilige plaats. Bij voorkeur op een ruime plaats omdat de deelnemers achter jou daar ook zullen gaan stoppen. Door het harmonica systeem zal de hele groep uiteindelijk tot stilstand komen. Zodra de roadcaptain te lang stilstaat zal hij contact opnemen met de sweeper of de route terugrijden. De overige deelnemers blijven staan als marker voor de route. Mocht je dus stoppen blijf dan altijd op de route en wacht tot je contact heb met de roadcaptain of de sweeper.
12 Buitenland
Binnen Europa heb je te maken met verschillende verkeerswetgeving. Controleer dus de afwijkende verkeersregels die in het buitenland gelden.
13 Duitsland
In Duitsland rijdt de Haagse Motor Club niet in groepsverband en is er geen voorrijder. Bij clubritten in of gedeeltelijk door Duitsland wordt van je verwacht dat je deze clubritten zelfstandig rijdt. Dit houdt in dat je de route in je navigatiesysteem hebt staan of een routebeschrijving op papier bij je hebt, liefst zichtbaar op de motor. Bovendien kun je te allen tijde beslissen of je de route nog wel of niet wil volgen.
14 EHBO en ICE
De Haagse Motor Club adviseert alle deelnemers een EHBO-kit bij zich te hebben tijdens clubritten. Ook is er op de website een ICE lijst aan ieders profiel toegevoegd. Leden kunnen hier twee contacten opgeven die gebeld kunnen worden in geval van nood.
15 Signalen